Railway Terminology/nl: Difference between revisions
No edit summary |
No edit summary |
||
(21 intermediate revisions by the same user not shown) | |||
Line 10: | Line 10: | ||
==== Dwarsligger ==== | ==== Dwarsligger ==== | ||
Dwarsliggers zijn houten of betonnen balken die onder twee spoorstaven liggen om deze prallel en op hun plaats te houden. | |||
==== Ballast ==== | ==== Ballast ==== | ||
Ballast is grind dat onder de spoorstaven en dwarsliggers wordt gelegd om het gewicht van treinen te verdelen en trillingen te dempen. | |||
Ballast is | |||
< | <span id="Track"></span> | ||
==== | ==== Spoor ==== | ||
Sporen zijn constructies van spoorstaven, dwarsliggers en ballast die ontworpen zijn om {{pll|Rail Vehicle Types|treinen}} veilig over vooraf bepaalde routes te leiden. Sporen kunnen grote afstanden overbruggen en eindigen meestal met {{pll|Switches & Switch Signs|wissels}} of stootjukken. | |||
< | <span id="Buffer_Stop"></span> | ||
==== | ==== Stootjuk ==== | ||
Stootjukken zijn barrières die aan het einde van een spoor worden geplaatst en die ervoor zorgen dat treinen niet {{pll|ontsporen|ontsporen}}. | |||
<span id="Yard"></span> | <span id="Yard"></span> | ||
==== Emplacement ==== | |||
Emplacementen zijn aaneengeschakelde parallelle sporen die gebruikt worden om {{pll|Shunting|treinen te rangeren en op te stellen}}. Emplacementen zijn vaak zo ontworpen dat de sporen aan beide uiteinden samenkomen en er altijd minstens één spoor vrij is, zodat er gerangeerd kan worden. Op het schematische {{pll|Station Map|sporenplan}} heeft elk emplacement zijn eigen {{pll|Track ID Signs|letteraanduiding}}. | |||
< | <span id="Wye"></span> | ||
==== | ==== Aansluiting ==== | ||
Aansluitingen zijn driehoekige constructie van sporen die vanuit drie richtingen samenkomen en een driehoek vormen. Handig om treinen om te draaien. | |||
<span id="Balloon_Loop"></span> | <span id="Balloon_Loop"></span> | ||
==== Draaispoor ==== | |||
Draaisporen zijn lussen van sporen die weer terug in zichzelf voegen. Ze zijn handig om treinen te laten keren. | |||
<span id="Double-track"></span> | <span id="Double-track"></span> | ||
==== Dubbelspoor ==== | |||
Dubbelspoor bestaat uit paren van parallelle, eenrichtingssporen die in tegengestelde richting lopen. | |||
<span id="Passing_Siding"></span> | <span id="Passing_Siding"></span> | ||
==== Zijspoor ==== | |||
Zijsporen zijn stukken spoor die bedoeld zijn om twee treinen die in tegengestelde richting rijden op een route met voornamelijk één spoor, elkaar te laten passeren. | |||
<span id="Catenary"></span> | <span id="Catenary"></span> | ||
==== Bovenleidingsportalen ==== | |||
Bovenleidingsportalen zijn infrastructuren die bovenleidingen over de sporen dragen om {{pll|Electric Powersource|draad-elektrische spoorvoertuigen}} van stroom te voorzien. | |||
< | <span id="Depot"></span> | ||
==== | ==== Remise ==== | ||
Remises zijn garage-achtige gebouwen dat plaats biedt aan één of meer railvoertuigen. Gebruikt voor {{pll|Servicing Overview|onderhoud}} en opslag. | |||
<span id="Roundhouse"></span> | <span id="Roundhouse"></span> | ||
==== Rondhuis ==== | |||
Rondhuizen zijn hoge capaciteit, rondvormige remises die bereikbaar zijn via een draaischijf. | |||
[[Category:Infrastructure|1]] | [[Category:Infrastructure|1]] |
Latest revision as of 23:31, 20 April 2025
Dit zijn een paar van de prominente termen voor de spoorweginfrastructuur of indeling:
Spoorstaaf
Spoorstaven zijn lange, stevige metalen balken waar de wielen van spoorvoertuigen overheen kunnen rijden.
Dwarsligger
Dwarsliggers zijn houten of betonnen balken die onder twee spoorstaven liggen om deze prallel en op hun plaats te houden.
Ballast
Ballast is grind dat onder de spoorstaven en dwarsliggers wordt gelegd om het gewicht van treinen te verdelen en trillingen te dempen.
Spoor
Sporen zijn constructies van spoorstaven, dwarsliggers en ballast die ontworpen zijn om treinen veilig over vooraf bepaalde routes te leiden. Sporen kunnen grote afstanden overbruggen en eindigen meestal met wissels of stootjukken.
Stootjuk
Stootjukken zijn barrières die aan het einde van een spoor worden geplaatst en die ervoor zorgen dat treinen niet ontsporen .
Emplacement
Emplacementen zijn aaneengeschakelde parallelle sporen die gebruikt worden om treinen te rangeren en op te stellen . Emplacementen zijn vaak zo ontworpen dat de sporen aan beide uiteinden samenkomen en er altijd minstens één spoor vrij is, zodat er gerangeerd kan worden. Op het schematische sporenplan heeft elk emplacement zijn eigen letteraanduiding .
Aansluiting
Aansluitingen zijn driehoekige constructie van sporen die vanuit drie richtingen samenkomen en een driehoek vormen. Handig om treinen om te draaien.
Draaispoor
Draaisporen zijn lussen van sporen die weer terug in zichzelf voegen. Ze zijn handig om treinen te laten keren.
Dubbelspoor
Dubbelspoor bestaat uit paren van parallelle, eenrichtingssporen die in tegengestelde richting lopen.
Zijspoor
Zijsporen zijn stukken spoor die bedoeld zijn om twee treinen die in tegengestelde richting rijden op een route met voornamelijk één spoor, elkaar te laten passeren.
Bovenleidingsportalen
Bovenleidingsportalen zijn infrastructuren die bovenleidingen over de sporen dragen om draad-elektrische spoorvoertuigen van stroom te voorzien.
Remise
Remises zijn garage-achtige gebouwen dat plaats biedt aan één of meer railvoertuigen. Gebruikt voor onderhoud en opslag.
Rondhuis
Rondhuizen zijn hoge capaciteit, rondvormige remises die bereikbaar zijn via een draaischijf.